Watergebruik in zeventiende-eeuwse huishouddagboekjes

In het Regionaal Archief in Alkmaar is een bijzonder zeventiende-eeuws memorieboek te vinden. Het memorieboek is in 2019 boven water gekomen en het bestaat uit twee huishoudboekjes die geschreven zijn tussen 1623 en 1646 door de Alkmaarse vrouw Maria van Nesse. In 2022 is er een boek verschenen over het memorieboek waarin de bron toegankelijk wordt gemaakt en waaruit blijkt dat de huishoudboekjes nieuwe inzichten geven in de huishoudelijke consumptie in de zeventiende eeuw.

In deze twee huishoudboekjes hield Maria van Nesse al haar uitgaven zeer precies bij en ze maakte ook persoonlijke aantekeningen. Zo blijkt uit deze boeken dat ze een alleenstaande, vermogende vrouw was. Ze was katholiek en woonde aan de Alkmaarse Langestraat. Dat ze vermogend was blijkt bijvoorbeeld uit de aanschaf van een wijwater pot voor de kerk en verschillende kunstwerken.

Uit haar huishoudboekjes is allerlei informatie te halen over het gebruik van water in het dagelijks leven. Maria gebruikte verschillende soorten water: grondwater, regenwater en slootwater. In de huishoudboeken worden twee soorten pompen genoemd, namelijk een regenwaterpomp en een putwaterpomp. Een regenwaterpomp werd op een cisterne of regenwaterput aangesloten en gaf toegang tot het water voor één huishouden. Een putwaterpomp is een pomp om grondwater mee op te pompen en deze werd veel gevonden op pleinen of andere gemeenschappelijke plekken, maar huizen van welgestelden hadden vaak een privépomp. In de boeken worden verschillende persoonlijke voornaamwoorden gebruikt, soms heeft Maria het over ‘mijn’ en soms over ‘onze’ pomp, dus ze had wellicht toegang tot zowel een eigen pomp als één die ze deelde met anderen en die ergens buiten haar perceel stond.

Opvallend is dat ze daarnaast ook gebruik maakte van slootwater. Dit is ongebruikelijk, omdat we slootwater toch met minder schoon water associëren, dat vooral voor het drenken van vee gebruikt werd en om afval(water) kwijt te raken. Van Nesse schrijft in een huishoudboekje dat ze slootwater gebruikt in het wasproces van wollen dekens. ‘Noch was sij wijtte Spaense deckkens sonder seep heel wit. Sij nam een halfe stuiver of so aan krijt, klein gemaakt en dat zetten sij wat te week in regenwater en dan wast sij het daarna na een tijd en gooit er dan warm water op en als het gewassen was, dan in slootwater gespoeld.’

De betekenis hiervan is niet geheel duidelijk. Misschien wordt hier bedoeld dat de hele inhoud van de wastobbe in de sloot gegooid werd en dat de dekens alvast een keer in de sloot gespoeld werden, en later wellicht nog een keer met regenwater.

Micro-waterinfrastructuur

Naast de twee pompen vermelden de huishoudboeken ook aspecten van de micro-waterinfrastructuur binnen het huis. Zo worden er reparaties gedaan aan de gootstenen en de putten. Het hart van de pomp werd een aantal keer gerepareerd. Zo schrijft Maria in 1632 dat ze Kornelis Paulson het hart van de putwaterpomp heeft laten vervangen. ‘Ick heb Kornelis Paulson een nieuw hart in mijn putwaterspomp after van maken gegeven 18 stuivers, noch terstont daer na van een nieuwe trecker in dieselfde pomp gegeven mede 18 stuivers.’

Deze Kornelis Paulson komt vaker voor, want Maria laat hem in 1634 nog eenzelfde reparatie doen aan de putwaterpomp. ‘Ick heb Kornelis Paulson van een nieuw hart met een nieuwe trecker gegeven van elckx 3 schellingen, komt tesamen 1-16-0 in onse putwaterspomp.’ En in 1635 komt hij nog eens langs voor deze reparatie in de regenwaterpomp. ‘Ick heb Kornelis Paulson van een nieuw hart in onse regenwaterspomp gegeven 18 stuivers ende van een nieuw leer om die trecker van maken gegeven 10 stuivers, komt tesamen 1-8-0.’

Er is tot nu toe nog geen patroon in de frequentie van de reparaties te achterhalen. De ene keer wordt een onderdeel al na twee jaar vervangen, namelijk in 1632 en 1634, of zelfs na één jaar, alweer in 1635, maar het is niet zeker of dit dezelfde pomp was. De tijd tussen de reparaties daarna is vijf jaar, de volgende reparatie was in 1640.  

Maria geeft ook aan anderen opdracht om onderdelen te repareren of te installeren. Zo laat ze in 1640 Klaes Dircks, die woonde op de hoek van de Butterstraat, een nieuwe wateraker maken. Een wateraker is een emmer waarmee het water uit een put omhooggehaald wordt en dat aan een touw in de put hangt, zodat er geen vieze emmers gebruikt worden. Ick heb tot Klaes Dircks op het hoecke van die Butterstraet een nieuwe wateraker laten maken, die mijn kost 5-11-0.

Gebruik van het water

Uit de huishoudboekjes wordt duidelijk dat ze diverse soorten water op verschillende manieren gebruikt. Er staan vermeldingen in over water in recepten, bijvoorbeeld voor een gerecht van kweeperen waarin een ketel (waarschijnlijk gekookt) regenwater gebruikt werd: Ick heb van 6 queperen die ick van nicht Van Eenijgenburch gekregen hadde quevlais of gemaackt, sij wegen 2 pont met schillen en al ende daer most een pont suijcker toe wesen ende die hing men met een ketel regenwater gelijck over, tot dat het aen die soo waer ende dan se op gewonnen ende geschilt met die klockhuijsen uit gedaen ende dan schoon gewassen ende klaijn gesneden.

Bovendien gebruikt ze verschillende soorten water voor het reinigen en schoonmaken van kleding, behalve het genoemde slootwater voor het wassen van de wollen dekens ook regenwater voor het schoonmaken van vlekken in kleding: ‘Noch als men eenige flacke in gekleurt armesij hadde ofte andere gekleurde stoffen, soo nam sij wat tarwesmeel ende menden dat dick met wat regenwater ende smeerden het dan op die fleck ende laijden het dan in die zon te drogen ende schudden het, geljick men was uit doen, heen ende weer, dan ging het daer schon uit.’

Daarnaast gebruikt ze specifiek water voor bepaalde huishoudelijke zaken en doeleinden. Ze hoort bijvoorbeeld dat grond- en putwater minder geschikt zijn voor het witten van muren dan slootwater en dat probeert ze uit: Mijn broer zijn maijt Marijttgen Pieters zegt als men die muuren witten met putwater dan schilferen sij of ende met regenwater dan stuistet of ende met slootwater dat is best, zegt zij. Dan nu besoeck ick het.

Het watergebruik van Maria van Nesse laat zien dat er veel verschillende manieren zijn waarop water gebruikt werd in het dagelijks leven van de vroege zeventiende eeuw. De huishoudboeken geven een uniek inkijkje in het gebruik van water en zijn zowel verrassend als herkenbaar. Het zou interessant zijn om deze bron te vergelijken met gelijksoortige bronnen uit andere steden om te onderzoeken hoe bijvoorbeeld lokale verschillen in waterkwaliteit de toepassing in het huishouden beïnvloeden.

Carolijn Amesz

Bronnen:

De huishoudboekjes zijn te vinden via het Regionaal archief Alkmaar:

76 Archiefbewaarplaats: Rijksarchief in België te Bergen, Henegouwen; Archives de l’Etat à Mons, Hainaut. Archief van de familie De Clerque Wissocq de Sousberghe inv.nr. 652, memorieboek van Maria van Nesse 1623-1639. 1623-1639. https://www.regionaalarchiefalkmaar.nl/collecties/archieven/archieven-2/details/NL-AmrRAA-95.002/path/76.

77 Archiefbewaarplaats: Rijksarchief in België te Bergen, Henegouwen; Archives de l’Etat à Mons, Hainaut. Archief van de familie De Clerque Wissocq de Sousberghe inv.nr. 653, memorieboek van Maria van Nesse 1639-1646. 1639-1646. https://www.regionaalarchiefalkmaar.nl/collecties/archieven/archieven-2/details/NL-AmrRAA-95.002/path/76.

De afbeelding is een bladzijde uit een van de boekjes van Maria van Nesse en afkomstig van de website van het Regionaal archief Alkmaar over het memorieboek: https://www.regionaalarchiefalkmaar.nl/mariavannesse.

Meer informatie over Maria van Nesse is te vinden in het boek: Het unieke memorieboek van Maria van Nesse (1588-1650), nieuwe perspectieven op huishoudelijke consumptie van Judith Noorman en Robbert Jan van der Maal uit 2022. https://www.walburgpers.nl/nl/book/9789463725996/het-unieke-memorieboek-van-maria-van-nesse-1588-1650.

Eén opmerking over 'Watergebruik in zeventiende-eeuwse huishouddagboekjes'

  1. Heel interessant! Ik ken het handschrift en denk zeker dat in dit ongeveer grootste huis van Alkmaar in die tijd een privépomp was. Als Maria spreekt van ‘onze’ bedoelt ze de leden van haar huishouden, waar twee of drie dienstboden waren voor het werk in huis. Zij laat deze pomp ook repareren. Margriet de Roever

    Like

Plaats een reactie